Uit Hutgeest, (Historische vereniging Oud Uitgeest):

Berkhout, visserij benodigheden.

Bij de Fa. Berkhout, aan de Langebuurt 43, worden allerlei soorten fuiken en netten gemaakt voor de beroepsvisserij. Deze worden gemaakt uit grote stukken netwerk en bestaat geheel uit handwerk.

Daarnaast handelt men in alle aanverwante artikelen die nodig zijn voor de visserij, zoals losse stukken netwerk, garens lijnen en koorden, hoepels, regenkleding, laarzen enz.

Hoewel de firma pas op 15 november 1905 werd opgericht werd het maken van fuiken e.d. reeds gedaan door Bazilius Berkhout1, als werknemer bij de nettenmakerij Velthuijzen, Singel 78 in Amsterdam.


Zijn zoon Bazilius Bzn Berkhout2 werkte eveneens bij dezelfde zaak in stukwerk vanaf 1895, maar begon als zelfstandig handelaar en fabrikant. In 1930 werd een firma opgericht samen met zijn zoons Antonius3 en Fransciscus (*04-02-1917 †07-04-1916), geen foto.


Antonius Berkhout3, geboren in 1913 zette het bedrijf alleen voort en breidde de aktiviteiten uit met de rechtstreekse import van de grondstoffen, zoals netwerk uit Duitsland en vervolgens Japan. Hierin werd hij bijgestaan door zijn zoons Bas (tot 1986), Hein en Antoon Berkhout Jr. die momenteel het bedrijf beheren.

In de loop der jaren is er veel veranderd wat het gebruik van materialen betreft, zoals bijv. het netwerk: van katoen naar Nylon en Monofile. Bij de hoepels: van rotan naar plastic. Dat vereiste ook andere technieken om het te verwerken, waarbij veel zelfstudie kwam kijken, aangezien er voor dit beroep geen opleiding bestaat. De bestaande kennis wordt van vader op zoon overgebracht en in de praktijk verder uitgewerkt. Franciscus Berkhout, links, is een zoon van Bassilius1,  een broer van Bassilius Bzn2. Hiernaast rechts een foto uit de krant; Bassilius (Ciel) aan het vissen met zijn vader Franciscus Berkhout. Antoon Berkhout3 is dus een neef van Ciel Berkhout. Ciel Berkhout heeft ook vaak gewerkt (fuiken maken) voor Antoon Berkhout.

 

Berkhout Visserijbenodigdheden stopt na 106 jaar

‘Het was een topbedrijf’

Maandag, 31 oktober 2011

UITGEEST – De broers Hein en Antoon Berkhout gooien de handdoek in de ring. Ze zijn de derde generatie in het familie bedrijf Berkhout Visserijbenodigdheden, dat bestaat sinds 1905. Aan de reeks beperkingen die de binnenvissers wordt opgelegd lijkt geen einde te komen. Dat heeft gezorgd voor een ongekende teruggang in de vraag naar visserijmaterialen. Vanaf 1 november is er leegverkoop in Uitgeest.

‘Als je het maar knap heb leggen, dan ken je het makkelijk terugvinden ook.’ Hein Berkhout gaat voor in de loods achter op het bedrijventerrein. In de verrassend grote loods (vanaf de straat nauwelijks te zien) staat een grote diversiteit aan visserij materialen zeer ordelijk uitgestald. ‘In 1989 hebben wij deze loods laten bouwen. Het was toen een topperiode voor de palingvisserij. Op een aantal pallets staan de materialen voor 48 fuiken; een bestelling van EH 4 van Schuitemaker. Het zijn pas de eerste fuiken die dit jaar besteld zijn. Vroeger zetten we dat elke dag weg. Dat zegt toch genoeg.’

Nee mooier dan het is kan Hein Berkhout het niet maken. Al gaat het niet om een faillissement of schulden, al is Hein 63 en z’n broer Antoon 61 en al is er gelukkig voldoende interesse voor het bedrijfsterrein en opstallen; hij had het toch anders gedacht. Door beperkingen op het IJsselmeer en de andere binnenwateren en door de recente dioxinecrisis is de vraag naar visserij materialen sneller gedaald dan Berkhout ooit voor mogelijk had gehouden. ‘Neem de firma Klop; een prachtig visserijbedrijf aan de grote rivieren. Daar leverde ik 600 fuiken per jaar aan. Nu niks meer. Stoppen nu het nog zonder problemen kan is de enige optie.’

Berkhout is naar eigen zeggen ‘niet zo’n terugkijker’, maar als een bedrijf dat 106 jaar bestaat door de omstandigheden gedwongen wordt te sluiten ontkom je daar natuurlijk niet helemaal aan. Overgrootvader Bazilius Berkhout (1839) was al nettenmaker, maar in loondienst. Zoon Bazilius Bzn (1874) richtte in 1905 zelf een bedrijf op, dat werd voortgezet door diens zoon Antonius (1913), de vader van Hein, Antoon en Bas Berkhout. ‘Vanaf de lagere school werkten we al mee, ook zus Willy; fuiken in elkaar zetten. Lang studeren mocht ik niet, want ik moest op mijn vijftiende al aan de bak en op mijn achttiende zat ik in de zaak.’ Jongere broer Antoon kwam enkele jaren later. In de Langebuurt in Uitgeest staan achter het ouderlijk woonhuis (beschermd dorpsgezicht) het kantoor, met naaiatelier boven en de werkplaats erachter, en de grote opslagloods uit 1989. Broer Bas is enkele jaren daarvoor, in 1986, uit het bedrijf gestapt om zelf palingvisser te worden. Bij de Oranjesluis had hij een heel goeie stek.

Taakverdeling

Hein is de vertegenwoordiger, de man op de weg en het gezicht naar buiten toe. Broer Antoon (momenteel met vakantie in het buitenland) is de man van de werkplaats en de opslagloods. Hein’s zoon Dennis (38), de vierde generatie dus, zat tot 2003 ook in de zaak, maar koos in dat jaar voor een baan in de horeca. Hein’s vrouw Trudy doet de boekhouding, schoonzus Petra zit nog regelmatig achter de naaimachine. ‘In de drukke maanden hadden we vroeger soms 25 thuiswerkers door het hele land zitten. Naast de verkoop, moest ik ook al die visserslui aansturen die voor ons de fuiken in elkaar zetten. Daar waren twee vrouwen bij, en dat waren eigenlijk de besten. Vanuit Uitgeest gingen er pakketten naar de thuiswerkers. Vanaf de jaren negentig kwam de import van (kleine) kant en klare fuiken uit China op gang. Maar we hebben nooit iemand ontslagen.’

In de jaren zeventig werden in de Zeeuwse Delta superpalingvangsten gerealiseerd. Berkhout werd dé leverancier voor die hoek van het land. ‘We bleven daar soms een paar dagen over, want zonder die dammen was Zeeland in die tijd een halve wereldreis. IJsselmeer, de grote rivieren, Zeeland; dat waren wel de belangrijkste regio’s voor Berkhout visserij benodigdheden, al kwam Hein door heel Nederland. Er werd ook geëxporteerd. In de goede jaren naar Zuid-Afrika, Ierland, Australië, Nieuw-Zeeland en Canada. Lankhorst Sneek was toen een belangrijke collega, maar bestaat niet meer in die vorm.’

‘Kijk een catalogus van ons uit 1989. Daar durfden we toen nog gewoon 15 gulden voor te vragen’ zegt Berkhout lachend. ‘Dat waren echte verzamel objecten, en steeds maar gratis weggeven van die dure folders aan met name sportvissers, die dan alleen een heel klein dingetje kochten, was geen doen meer. Dit is geloof ik echt de allerlaatste die ik zelf heb.’ Berkhout Visserijbenodigdheden levert alles voor de beroepsbinnenvissers. Met name materiaal voor fuiken, maar ook afschermnetten, staandwant, afbakeningslijnen, kuipen bakken, schepnetten, laarzen, klompen. Vrij nieuw in het assortiment zijn de tongennetjes, zoals die voor de UK 98 klaar in de schappen liggen; een vrij recent ‘alternatief product’ dat het bedrijf heeft omarmd.

‘Ik gooide vroeger alles in de auto, maakt een rondje en was meestal ’s avonds los. Ik kende alle ‘eigenaardigheden’ van de klanten, want niks was toen nog standaard. Voor elke maas is een visje en andersom. En iedereen had weer z’n eigen kleine dingetjes. Er werd zoveel mogelijk groot en zo goedkoop mogelijk ingekocht. We hebben altijd alles in ’t groot gedaan.’

Vrede

Berkhout Visserijbenodigdheden en CIV den Oever zijn nog de enige overgebleven grote leveranciers van materialen voor de binnenvisserij. Met de CIV Den Oever is altijd goed contact geweest. Berkhout levert ook veel aan de Wieringers. CIV Den Oever was ook de geëigende partij om de zaak over te namen, maar zag er bij nader inzien toch van af. Berkhout handelt een telefoontje van Andries Visser uit IJmuiden af. Visser heeft diverse scheepjes en oefent diverse visserij methodes uit. ‘We zitten lekker dichtbij voor ze, maar ze zullen straks toch een andere leverancier moeten zoeken.’

Bron: Visserijnieuws.nl 16-09-2014Hoe jammer Hein Berkhout het ook vindt om te stoppen, hij heeft er inmiddels wel vrede mee. ‘Het was een topbedrijf. En we hebben in die bijna vijftig jaar in de zaak onze uren wel gemaakt. Jarenlang heb ik meer dan 100.000 kilometer per jaar gereden en het gaspedaal stevig in getrapt. Ik vind het wel goed zo.’